dinsdag 5 maart 2013

Een blik in de toekomst


Scrum in het voortgezet (en basis?) onderwijs!

Homepage
Een paar weken geleden heb ik een bezoek gebracht aan het Ashram College in Alphen aan den Rijn. Via via hoorde ik dat daar een docent met iets heel bijzonders bezig is: Scrum in het voortgezet onderwijs. Zelf noemen ze het eduScrum, but what’s in a name. Op een troosteloze woensdagmorgen rijd ik daarom in mijn auto naar Alphen aan den Rijn. Ik woon in Zoetermeer, dus het is praktisch om de hoek. Bij het binnenkomen van de school kreeg ik het gevoel een reis in de tijd te maken. Allereerst terug in de tijd, toen ik al die krioelende ‘kinderen’ (oeps: jong volwassen) door elkaar hoorde schreeuwen en zag rennen. Zo was dat ook al weer….ik word oud. Daarnaast een reis in de toekomst, want ze hebben daar echt iets te pakken. Ze hebben daar beet!


                               Foto:  Willy Wijnands - hard aan het werk ..............

Willy Wijnands (want bij hem ging ik op bezoek) is een docent techniek (geeft dus techniek, natuurkunde en scheikunde) en past daar Scrum toe in zijn klassen. Ik zal straks grofweg uit de doeken doen hoe het procesmatig werkt, maar hij heeft een fundamentele shift gemaakt in de manier van doceren. Namelijk, hij is als docent niet meer verantwoordelijk voor het leerproces van de leerlingen, maar die verantwoordelijkheid ligt bij de leerlingen zelf. Je zou zeggen, dat het zo hoort, maar meestal vind die verplaatsing pas plaats in het vervolgonderwijs. Met alle gevolgen van dien. Ik kan mij nog herinneren dat het mij zelf op de Universiteit een jaar gekost heeft om proefondervindelijk te vinden dat het niemand ook maar iets kan schelen of ik nu wel of geen vorderingen maakte in mijn tentamens. Maar goed, dat terzijde.

Hoe heeft Willy dat voor elkaar gekregen? Je zou namelijk verwachten dat pubers die verantwoordelijkheid niet uit zichzelf pakken. Nou dat is verbazingwekkend anders. Wel is er de voorwaarde om in teams te werken. Logisch, dat is de basis van Scrum. Willy werkt met teams van vier leerlingen. Hij heeft ontdekt dat dat het beste werkt. [Noot: ik heb ooit met Redmond O’Hanlon gesproken en die vertelde met dat in het leger er bij voorkeur gewerkt wordt met teams van vier. Volgens hem omdat: “It is impossible to get four men agree on a lie…”. Dat getal vier intrigeert me nog steeds: in Scrum zeggen we 6 +/- 3, maar waarom eigenlijk?].
Elk team leerlingen kiest overigens zijn eigen naam en maakt in de eerste les een eigen logo.

Anyway, door de leerlingen in groepjes van vier op te delen werken ze gedurende een aantal weken samen om en doel te bereiken. Dat doel is vakspecifiek. Dat leerdoel blijft wel bij Willy liggen (het wat en waarom), maar hoe de leerlingen daar komen bepalen ze zelf! Willy is de Product Owner, de leerlingen zijn de teams. In de klassen die ik heb bezocht was dat leerdoel bijvoorbeeld: een presentatie geven over het verschijnsel licht, het bepalen van de hoeveelheid koper in een mobieltje (met het er zelf uit filteren van het goud!), en een overspanning maken van A4-tjes en lijm die de meeste hoeveelheid gewicht kon dragen. Het eerste doel was bij een 3-vwo klas natuurkunde, het tweede bij een 5-havo klas scheikunde en de laatste bij een brugklas techniek. Verbazingwekkend om overigens te zien hoe fanatiek en bevlogen die brugklassers bezig waren met hun eigen leerproces via Scrum.

Die teams zijn ook ‘cross-functioneel’ omdat iedereen een eigen profiel maakt en bijhoud waar men wel/nog niet goed in is (…samenwerken, plannen, leidinggeven, …) en bij het samenstellen van de teams, de klas zichzelf (!) opdeelt in teams met een goede balans over competenties. [Noot: waarom durven managers in de praktijk deze verantwoordelijkheid niet bij hun mensen neer te leggen, terwijl zelfs brugklassers dat uitstekend blijken te kunnen?]

Goed we hebben dus een klas opgedeeld in teams van vier die zodanig verdeeld zijn dat ze alle ‘competenties’ voldoende aan boord hebben om succesvol te kunnen zijn. En nu? De allereerste keer dat een klas met eduScrum werkt besteedt Willy 2 lesuren om het eduScrum uit te leggen. Dat is nodig, maar het gebeurt ook maar één keer, bij één vak (Het Ashram college is druk bezig het uit te rollen over andere vakken). In die lessen legt Willy exact uit aan de leerlingen hoe eduScrum precies werkt.

Namelijk zo:

  • Aan het begin van de periode (doorgaans een week of 7) geeft Willy de teams een doel. “Over 7 weken moeten jullie in staat zijn XYZ te kunnen en dat gaan we in de 6de week toetsen en in de 8de week lever je daar een reflectie en een retrospective verslag over in”. Dit zijn grote doelen. Hierboven heb ik een paar voorbeelden gegeven. Hij vertelt er ook bij welke hoofdstukken in het boek over dit onderwerp gaan. In sommige gevallen vertelt hij al wat de toets zal zijn. Bijvoorbeeld met dat mobieltje. Toen ik op bezoek was kreeg ook daadwerkelijk elke groep een oud mobieltje met de opdracht de hoeveelheid metaal te bepalen en het goud er uit te halen. In andere gevallen vertelt Willy nog niet wat de toetsende opdracht zal zijn. Wel zit er dan in het boek bijvoorbeeld een opdracht die ze van te voren al kunnen oefenen. Hij legt ook duidelijk uit aan de leerlingen dat als ze het écht snappen dat de toets dan lukt en als ze het niet snappen lukt het niet. De leerlingen krijgen dus niet het doel om een 5,5 te halen. Nee, ze krijgen het doel om de stof te begrijpen. Het ‘snappen’ als doel: dat is onderwijs!

  • De volgende twee lessen maakt elk groepje een eigen planning voor het eigen werk voor die komende periode. Wanneer werken we door de hoofdstukken heen? Wanneer maken we de opdrachten? Wanneer maken we de (on-line) schriftelijke overhoringen, wanneer doen we de practica? Wie doet wat en wanneer? Die planning maken ze met sticky notes op een groot vel (zij noemen dat ‘de flap’). De planning wordt gemaakt met gele briefjes, want de praktijk laat zien dat die planning moet worden aangepast om het doel te behalen (sounds familiar?).
  • De Flap, is opgedeeld in weken van boven naar beneden met drie verticale kolommen. Ja, inderdaad: Te Doen, Mee Bezig, en Klaar. Een van de leerlingen is verantwoordelijk dat de flap door het team wordt bijgehouden en dat deze altijd in de les aanwezig is en aan de muur hangt. Zij hebben hier nog geen naam voor, voor deze leerling. Iemand een goed idee? eduScrum master misschien?


Voorbeeld van drie ‘Flappen’

  • Bij het begin van elke les stormen de leerlingen het leslokaal binnen (de docent heeft geen eigen lokaal, noch de leerlingen, dus tussen de lessen door is het een chaos van jewelste in die school). Elke team hangt hun flap aan de muur. De leerlingen doen een stand-up meeting voor de flap. Werken de status bij, herplannen het werk, maken afspraken voor het werk tot de volgende les, spreken af wie wat doet en hoe ze het huiswerk regelen. Daarna gaan ze aan de slag.

  • Willy loopt ondertussen door de klas om de teams te helpen als zij hulp nodig hebben. Willy, in zijn rol van docent, is écht een Product Owner. De teams doen het werk en regelen hun eigen proces. De P.O. wordt er bij gehaald als de teams vragen hebben of wanneer ze er niet uitkomen. Ze zitten ook nooit echt vast. Immers, in veel gevallen is er altijd wel één teamlid die de andere teamleden kan helpen. Als ze er echt niet met z’n vieren uitkomen dan weten ze ook waarom ze er niet uitkomen. Als docent/product owner is het dan veel eenvoudiger ze met een klein duwtje de juist weg op te helpen. Weten wat je niet weet, en waarom je dat niet weet, is al heel veel kennis. Dit is onderwijzen!
  • Daarnaast loopt Willy ook even langs de flappen om even te kijken of de teams voldoende voortgang boeken. Dat is makkelijk te zien, want de flap geeft de status aan.
  • Aan het einde van de les vouwen de teams de flap weer op. De verantwoordelijke leerling stopt de flap in de tas en het is wachten op de bel; op weg naar de volgende klas. Agile teams finish early! Dat blijkt ook maar weer tijdens mijn bezoek. De teams weten perfect wat ze af kunnen krijgen, dus tegen de tijd dat de bel gaat staan ze al klaar om de klas te verlaten. [Willy heeft overigens een hekel om zich door die kluwen over de gang te banen. Hij knijpt er, tot ongenoegen van een aantal van zijn collega’s, dan ook al een paar minuten voor de bel tussenuit. Lekker rustig over de gang lopen naar het volgende lokaal… Ik vraag me overigens af of de volgende stap niet gewoon een klaslokaal per klas zal zijn en de docenten verplaatsen zich over de gang. Net als met Scrum teams in de praktijk.]
  • Aan het einde van de periode krijgen de teams de toets uit te voeren en krijgen daarvoor een cijfer. De uitvoering van deze toetst wordt getoond (Sprint Review) en beoordeeld. Het doel voor de teams is om hoger dan een 6,7 te scoren. Dat is wennen voor de leerlingen, want ga ik dan met een 6 niet over? Willy legt dat heel eenvoudig uit: “Het doel is om het te snappen en bij een 6,7 of hoger snap je het. Bij een lager cijfer snap je het nog niet helemaal. Streef dus naar hoger dan een 6,7.”. Wederom, het ‘snappen’ is het doel, het cijfer is een afgeleide daarvan.
  • Na de toets schrijft elk team een reflectie en een retrospective verslag over de opdracht, over hun werkwijze, wat er betere kan een volgende keer in de samenwerking, én elke leerling beoordeelt de andere teamleden op hun kwaliteiten en verbeterpunten en dat doen ze ook bij zichzelf. De centrale vraag in de teams wordt dus: hoe wordt ikzelf beter en hoe worden wij samen beter? Prima vraag toch? Beter worden als doel…
  • De les er op begint de volgende sprint. Willy legt het doel van de periode uit en het hele proces herhaalt zich weer van voor af aan.


Voorbeeld van Review (demo) en Retrospective

Is dit nu eenvoudiger voor Willy? Enerzijds wel, want orde houden, elke leerling bij de les en het tempo houden, ze motiveren om het huiswerk te maken etc. dat ligt bij de leerlingen zelf. En terecht. De uitdaging voor Willy is natuurlijk wel om hele mooie opdrachten te verzinnen waarbij de teams iets tot stand moeten brengen dat de lesstof volledig afdekt, binnen een periode te doen is, en ook voldoende uidagend voor de leerlingen is. Dat is best lastig. Daarnaast moet hij als Product Owner snel kunnen schakelen en bij specifieke vragen van een team precies de juist manier vinden om hen verder te helpen. Dat alles vraagt om heel veel didactische kwaliteiten en ervaringen. De teams kunnen elkaar overigens ook prima helpen maar doen dat eigenlijk te weinig. Ze vragen het eerder aan Willy dan aan elkaar. Daarvoor experimenteert hij tijdens mijn bezoek met ‘jokers’. Elk team heeft 5 jokers die ze in mogen zetten om andere teams om raad te vragen. Daarbij moeten ze dan de joker aan het andere team geven. Jokers sparen dus!

Ik vond het geweldig te zien hoe dit werkt in deze klassen. Je voelt de energie. Je ziet het enthousiasme. Nou, ik weet nog hoe het op mijn middelbare school was tijdens de lessen. ‘Anders’ zal ik maar zeggen. Daar zat de meeste energie bij de docent en meestal was dat negatieve energie om die groep van 30 leerlingen stil te houden en bij de les te houden.

Maar levert het ook wat op? Leuk dat eduScrum maar wat zijn de resultaten, zou je zeggen.

De eerste klassen hebben inmiddels eindexamen gedaan en de schoolonderzoeken gemaakt. En wat bleek? Ze scoren gemiddeld tussen de 0,7 en 1,5 punten hoger op de toetsen en schoolonderzoeken. Een vol punt er bij!! Geen 6 maar een 7, geen 7 maar een 8, geen 8 maar een 9.

En Willy? Willy reist samen met het eduScrum team het land door om eduScrum te promoten. Heeft er zelfs een bedrijfje voor opgericht. Zij doceren het aan andere docenten en zijn druk bezig binnen zijn school andere docenten te helpen om hun lessen met eduScrum te leiden. Kijk maar eens op www.eduscrum.nl daar staat ook een prachtig filmpje.

En ik? Ik loop stuiterend de school uit op weg naar een klant. Denk na over een volgend boekje: De Kracht van eduScrum. Eens even met de uitgever overleggen. Misschien heeft die wel oren naar een nieuwe lijn onderwijsproducten: lespakketten voor eduScrum….

Maar bovenal realiseer ik me dat Willy en het eduScrum team met Scrum een oplossing heeft gevonden die een structureel probleem in het huidig onderwijs oplost. Want wat hebben wij nodig in de praktijk? Professionals die zichzelf hebben aangeleerd om individueel een 6 te scoren en geen fouten te maken? Of hebben wij professionals nodig die in staat zijn om in teamverband gezamenlijk nieuwe problemen op te lossen en die snappen dat het maken van fouten de enige manier is om dingen écht te snappen en te leren?

Ik weet het antwoord wel op die vraag. En waarom zouden we daar pas in het voortgezet onderwijs mee starten? Waarom doen we dit ook niet in het basisonderwijs? Ik zou hier best wel eens goed over na willen denken met een aantal mensen uit het basis onderwijs.

Iets voor jou? Laat het me weten!

'Het vergroten van succes en geluk van mensen en organisaties door samen uitdagingen aan te gaan!'
 


Rini van Solingen

Chief Technical Officer

1 opmerking:

  1. Goed verhaal, leuk om te zien en te horen hoe deze methodiek ook in het onderwijs succesvol kan worden toegepast. Zou hier graag over mee willen denken om dit toepasbaarder te maken in het (basis) onderwijs.

    Remi Kok

    BeantwoordenVerwijderen