Gepubliceerd: 8/2015
Dit is wat Peter de Ridder, docent Economie op de Mavo van
de GSG Leo Vroman in Gouda, vertelt in een interview met Ward Bergmans, coach
eduScrum, over zijn ervaringen met eduScrum in de klas.
Het is een heldenverhaal geworden voor elke docent die het
aandurft om te breken met traditionele onderwijswerkvormen en kiest voor de
reis met eduScrum.
Ward: Waarom heb jij eduScrum geïntroduceerd bij jouw
leerlingen?
Peter: Ik heb meerdere werkvormen uitgeprobeerd, maar die
werkten niet. Het grootste voordeel van eduScrum is, dat het een
samenwerkingsvorm betreft met structuur en vaste kaders.
Ward: Je hebt de eduScrum training gevolgd. Wat ben je
in de praktijk met deze training gaan doen?
Peter: Na de eduScrum training was ik erg enthousiast
en zag ik meteen vele mogelijkheden voor mijn leerlingen en ik. Allereerst ben
ik wel gaan uitproberen of deze aanpak ook geschikt is voor leerlingen van de Mavo.
Na vele ervaringen ben ik er nu van overtuigd, dat eduScrum prima te doen is op
een Mavo. Iedereen die hieraan twijfelt, mag contact met mij opnemen. De enige
restrictie hierbij is wel, dat je de leerlingen nadrukkelijk de ceremonies van
eduScrum laat memoriseren.
Ward: Heeft deze training jouw lessen veranderd?
Peter: Ja, enorm. Ik heb de beloftes van eduScrum
allemaal zien uitkomen. Met het oog op mijn leerlingen als volgt.
In de huidige lessen zijn de leerlingen veel
enthousiaster. Ze vinden mijn lessen nu leuker, omdat de vrijheid in het kiezen
van activiteiten met betrekking tot de lesstof, sterk is toegenomen.
Voor wat betreft ook hun toekomst, is het een groot
voordeel, dat met eduScrum de leerlingen veel beter leren plannen, zelfsturend
worden, beter gaan samenwerken en zich meer verantwoordelijk voelen voor het
eigen leerproces en dat van het team.
Indien ik kijk naar de resultaten van de leerlingen,
dan stel ik vooral vast, dat deze niet zijn teruggelopen. Verschillende
leerlingen zijn bij deze nieuwe aanpak zeker gebaat en hebben betere cijfers
gekregen. De meeste leerlingen hebben overeenkomstige resultaten behaald, maar
zijn nu wel een stuk vlotter klaar en ervaren veel meer plezier bij het leren.
Ward: Is met eduScrum jouw rol als docent veranderd?
Peter: Zeker. Ik kan rondlopen tijdens de les zonder
dat ik bang hoef te zijn voor chaos. Elke leerling weet wat hij of zij moet doen.
Ook kan ik weglopen om iets te halen. De leerlingen
gaan gewoon verder.
Met eduScrum is het leerproces meer ontspannen
geworden. Prettig is, dat ik nu met een leerling of groepje leerlingen even
over voetbal of iets dergelijks kan praten, terwijl de andere leerlingen met
eigen werkzaamheden of die van het team bezig zijn.
Ward: Kan je een typerende eduScrum anekdote
vertellen?
Peter: Ja, opzienbarend was het volgende. Op een dag
was ik te laat in de les. De klas was toen uit zichzelf al begonnen. Zonder
docent waren de leerlingen reeds 20 minuten aan het werk. Natuurlijk was de
teamleider vooraf aan mijn aankomst de klas ingegaan om ‘een oogje in het zeil
te houden’. Hij zag dat iedereen aan het werk was. De teamleider keek zijn ogen
uit!
Ward: Wat doe je met eduScrum nu anders als docent?
Peter: Allereerst luister ik beter naar de leerlingen en heb
ik meer dan voorheen hun vertrouwen gewonnen.
Op dit moment leer ik de leerlingen vooral om zelfstandig te
plannen. Zij hebben hier nu voordeel van, maar ook straks in hun toekomst is
goed kunnen plannen van levensbelang.
Ook heb ik meer ruimte en tijd gekregen om mijn onderwijs te
differentiëren. Leerlingen zijn nu vaak in groepjes of individueel op eigen
niveau aan het werk.
Bovendien kan ik mijn uitleg of instructie beter aanpassen
aan de individuele leerling of een groepje leerlingen. Een groepje leerlingen
of een leerling is nu vaker in de gelegenheid om te vragen naar extra uitleg,
terwijl de andere leerlingen doorwerken. Natuurlijk kan ik ook als docent
besluiten om extra uitleg te geven.
Tevens leer ik de leerlingen om nu zelf naar oplossingen te
zoeken. Dit versterkt hun cognitieve vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling.
Tenslotte krijgen nu alle leerlingen van mij meer
persoonlijke aandacht. Vooral omdat je met eduScrum steeds alle groepen afgaat.
Voorheen gebeurde het me wel eens, dat ik wat stille kinderen vergat.
Ward: Wat zijn vooral je taken als eduScrum docent?
Peter: Als eduScrum docent ben je tijdens de les vooral de
persoon die de groepjes leerlingen of individuele leerlingen begeleidt, met hen
afspraken maakt of ingrijpt tijdens hun werkzaamheden. Dit kost soms veel
energie. Vooral als je zojuist bent begonnen met lesgeven op basis van
eduScrum. Daar moet je dan even doorheen.
Ward: eduScrum is een onderwijsraamwerk. Heb je reeds met andere
onderwijswerkvormen in de klas gewerkt?
Peter: Ik heb in het verleden vele werkvormen uitgeprobeerd.
Bij andere docenten zullen meteen ‘bellen gaan rinkelen’, als ik spreek over
placemat, flitsen, rotonde, mind-map, simultaan presenteren en experts.
Deze werkwijzen gaven plezier en waren afwisselend, maar
gaven geen vaste structuur, voor zowel mij niet, als de leerlingen. Bovendien
geeft het onrust en is er sprake van tijdverlies, indien je steeds een nieuwe
werkvorm in de klas introduceert.
Ward: Op dit moment werk jij met eduScrum in verschillende
klassen. Wat zijn je huidige ervaringen?
Peter: Het werken met eduScrum in mijn klassen 3 Mavo gaat
prima. Elke leerling weet wat van hem of haar wordt verwacht en alles loopt
eigenlijk als vanzelf.
Het verloopt wat moeizamer bij de tweede klassen van
diezelfde school, waaraan ik Economie geef. Alhoewel in een van deze klassen
wordt reeds goed op basis van eduScrum gewerkt. Maar een volgende klas moet nog
ontdekken wat samenwerken echt is. En met tot slot één klas, waarmee ik opnieuw
dien te beginnen. Met de leerlingen van deze klas moet ik teruggaan naar de
basis en met hen antwoorden vinden op de volgende vragen. Waarom hanteren we
eduScrum in de klas? Wat is het belang van samenwerken? Welke vaste ceremonies
kent eduScrum? Hoe moeten de ceremonies worden uitgevoerd?
Ward: Welke hindernissen ben je tegen gekomen met de leerlingen
tijdens het werken met eduScrum? Heb je die hindernissen kunnen wegnemen? En
hoe dan?
Peter: Voor de leerlingen was het erg lastig om de burn-down
grafiek van eduScrum onder de knie te krijgen en er een te maken. Sowieso
houden ze deze grafiek niet bij en kost het hen veel tijd om dit te leren doen
en het belang hiervan in te zien. Volharding met de kinderen in het steeds
opnieuw maken van deze grafiek, toont elke keer weer waar het team staat in het
leerproces, geeft praktisch aan wat nog moet worden gedaan en geeft veel
plezier indien alles weer op tijd af is.
Ook het bijhouden van het eduScrum logboek kostte de
leerlingen veel tijd. Het bijhouden hiervan is erg belangrijk. In dit boek
staat wat alle teamleden hebben gedaan thuis of tijdens de les. Bij de
Retrospective of voor een normering is het erg belangrijk om hierin te kunnen
kijken wat ieders bijdrage is geweest. Om het bijhouden van het logboek te
structureren, heb ik met de leerlingen afgesproken, dat tijdens de eerste les
de helft van de klas het logboek bijhoudt en tijdens de volgende les de andere
helft dit doet. Bovendien heb ik met de roostermaker afgesproken om mijn 45-
minuten-lessen om te zetten in 90-minuten-lessen. Hierdoor kunnen de leerlingen
meer aandacht besteden aan het bijhouden van het logboek.
Als eduScrum docent dien je aan het begin van een periode
(een eduScrum iteratie, zo’n 2 tot 3 weken) al het materiaal vooraf aan de lessen
gereed te hebben, opdat de leerlingen goed kunnen plannen. Op basis van
traditioneel onderwijs was het voorheen mogelijk om nog tijdens de periode
materiaal te maken.
Zoals op vele scholen, zijn ook bij ons de klaslokalen niet
echt groot. In de klas, met zoveel leerlingen op elkaar, verliepen de stand ups
altijd wat moeizaam. Daarom hebben de leerlingen en ik gekozen om de stand ups
op de gang te gaan houden. Hier konden ze met magneetjes de flappen op de
kluisjes hangen.
Tijdens het werken in de klas met eduScrum krijgen de leerlingen
antwoordenboekjes om hun opdrachten na te kijken. Verschillende niet eduScrum docenten
zijn in dit geval bang dat leerlingen slechts de antwoorden overschrijven. Ik
ben niet bang hiervoor. Natuurlijk zullen er bij aanvang altijd wel een paar leerlingen
zijn, die dat doen. Maar hier komen ze altijd zelf van terug. Immers, tijdens
het maken van het proefwerk komen deze leerlingen erachter, dat het overschrijven
van de antwoorden niet volstaat. Een volgende keer zullen zij het anders
aanpakken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten